Off-days, slechte dagen, baaldagen, kutdagen, shit-dagen, uit-dagen. Ze komen bij mij meestal wanneer er weinig tot niks aan de hand is. Het lijkt soms wel alsof ik het beste gedij bij spanning en stress. Dan kan ik floreren, knallen, er het beste van maken. Is het bijna een sport om van tegenslag de positieve lading te ontdekken. Maar op dagen dat alles goed gaat, er geen vuiltjes aan de lucht zijn, de tijd voort kabbelt, dan ineens word ik wakker op een off-day.

Meestal uit zich dat in saggerijnig gedrag, in woede-explosies om totaal onbelangrijke dingen, ik tref mezelf dan vaak aan, midden op straat iets totaal onredelijks roepend naar één van of allebei mijn kinderen. Super flauw, maar meestal lijden zij het meest onder mijn uit-dag.

Vanmorgen riep ik, toen ik voor niets op het schoolplein stond, want vandaag studiedag maar dat wist ik niet, naar Rijk: ‘schiet nou eens op! Dat eindeloze getreuzel, je lijkt je broer wel!’ En Rijk wees naar het schoolgebouw en zei: ‘Broer daar.’ En daar was geen spelt tussen te krijgen. Daardoor kreeg ik nog meer zin om onredelijk te zijn, gelukkig was er een verdwaalde voorbijganger die ik even lastig kon vallen met mijn school-communicatie-problemen. Ze liet me niet eens uitpraten maar knikte even, in haar ogen dacht ik te zien dat ze iets van me vond, dat maakte me nog kwaaier, maar ik heb het gelaten. Zo gaat dat dan, ik ben op oorlogspad, zo lijkt het.

Gisteren heb ik de hele dag niets gedaan, ik had enorme hoofdpijn en voelde me niet lekker. En dus lag vanmorgen alle was er nog, schoon en smerig. De vloer was plakkerig en overal lagen haren en stofvlokjes. Rijks lichtblauwe sokken waren om elf uur al zwart aan de onderkant. Maar ik had gewoon geen zin om er iets aan te doen.

Eergisteren is mijn fiets gestolen. Mijn schitterende Gazelle die ik mezelf kado deed in januari. Na een poosje mezelf bevraagd te hebben of het de moeite waard was nu ik kankerpatiënt ben. Het antwoord laat zich raden en het resultaat is vakkundig van me gestolen, of afgestolen zoals Rijk het noemt.

Het voordeel van een gestolen fiets met fietsverzekering is dat ik er nu opnieuw één mag uitzoeken. Dat ik dezelfde wil weet ik al lang, maar voor de zekerheid kijk ik toch even wat er nog meer te koop is.

Thomas de trein, dat vindt Rijk mooi om naar te kijken op tv. Terwijl Jules op school was heeft hij daar best wat tijd naar gekeken, terwijl ik surfde op zoek naar nog meer fiets.

Daar voel ik me dan schuldig over maar tegelijk denk ik: nou èn, mag ik ook eens. Na alles wat er gebeurd is kan het echt geen kwaad om eens een paar dagen niets te doen, even te zijn met dat vervelende gevoel. Schuldgevoel is ontzettend toxisch in relaties, ook die met jezelf, heb ik laatst geleerd. Alles wat je uit schuldgevoel doet lijdt tot meer schuldgevoel. Daar moest ik even over nadenken maar ik denk dat het waar is. De kortste weg om af te rekenen met zo’n periode van uit-dagen is er gewoon aan toegeven, zoveel mogelijk en er op te vertrouwen dat het niet voor altijd is, je wordt het vanzelf zat. Voor mij is het een signaal dat het allemaal even wat zachter kan, zoals Annelies Smal dat zo mooi zegt.

Net stond ik alweer een ultra-gezonde vegan courgette-soep te maken, want ja, gezond eten helpt wel. Maar ik heb ook lekker een paar flinke stukken chocolade naar binnen gepropt, stiekem. Stiekem en stil, want kinderen zijn een beetje zoals zombies, als ze tv kijken. Ze horen niets, je kunt roepen, schreeuwen, het huis verbouwen maar daar reageren ze niet op. Maar, zodra je een koektrommel of snoeppapiertje opent, dan staan ze naast je. Oefening baart kunst, als ik iets geleerd heb van het moederschap is hoe ik heel zachtjes en stiekem kan snoepen, daar heb je echt iets aan.

En nu zit ik aan de rand van het zwembad, op een hoop herrie na is het hier lekker stil en rustig, niemand die iets van me wil. Af en toe kijk ik even naar Jules, samen met een handjevol andere kinderen doet hij badje drie en het gaat goed. Toen we hier aankwamen moest hij zuchten: ‘eigenlijk heb ik geen zin mama,’ zei hij. ‘Dat begrijp ik schatje,’ was mijn antwoord. Maar hij liep door en ging toch even plonzen.