Sinds 2011 investeer ik regelmatig in mezelf en volg ik regelmatig trainingen en cursussen. In dat jaar leerde ik dat soms slechts één dag dingen leren een leven lang verschil kan maken. Sindsdien wil ik daar meer van, sta ik open voor nieuwe dingen, weet ik dat ik eigenlijk helemaal niet zoveel weet, maar dat het enorm leuk is om kennis te vergaren.

Zo kwam het ook dat toen ik de diagnose melanoomkanker kreeg ik zo blij was met alles wat ik tot dan toe geleerd had, zodat ik mijn gereedschapskist kon openen om daar de juiste tool uit te halen.  Het gereedschap dat het allermeest van pas kwam was de Anti-Lijd-voor-Vrees-sleutel; de wetenschap dat ik niet naar mijn gedachten hoef te luisteren, dat ze er zijn, maar ik hoefde er niets mee.

Kanker zorgt vooral voor vervelende associaties; pijn, leed, verdriet, onzekerheid en dood. En daar had ik geen trek in, ik kon er niets mee. Daarbij, ik wist een aantal maanden niet eens hoe goed of slecht het precies met me ging. Mochten het mijn laatste goede maanden zijn dat leek het me zonde om die te vullen met angst en verdriet.

En daar is ie weer: de mens lijdt het meest door het lijden dat ie vreest. En laat iedereen, jij ook, nou net die ALvV-sleutel standaard in je kistje hebben. Misschien dat je het nog niet wist, maar hij zit er zeker.  Met deze ALvV-sleutel heb je namelijk toegang tot de gedachten-gang. Onderzoek maar eens met je ogen dicht of je deze gang voor je kunt zien. Je herkent hem als volgt.

Je ziet een gang voor je met aan weerszijden deuren, net als in bijvoorbeeld een hotel. Achter deze deuren zitten gedachten verborgen. Door in de gang te gaan staan geef je jezelf tijd, als je hier bent kun je kiezen welke deuren je door gaat en welke niet.

In mijn gang is de meest verleidelijke deur aan de rechterkant, deze staat altijd op een kier. Ik noem het de ‘wat-als-deur’. Als ik ervoor kies om deze kamer binnen te gaan zal ik nadenken over alle mogelijke scenario’s als ik toch weer ziek wordt. Achter deze deur verliezen mijn kinderen hun moeder, zal ik nooit meer hardlopen en zal ik na een ellendig en pijnlijk ziekbed een vreselijke dood sterven, of een variatie op dit scenario over mezelf of iemand van wie ik hou.

Deze deur laat ik dus meestal aan me voorbij gaan, want deze gedachten helpen me niet, ze voelen zwaar en zo verdrietig maar bieden geen oplossing. Maar waarom is die deur dan toch zo verleidelijk? Dat komt omdat ik wil weten hoe het afloopt, omdat ik, mocht het toch fout gaan, daar op voorbereid wil zijn.

Maar dat is een illusie, je kunt niet voorbereid zijn op de toekomst, je kunt hooguit het heden verpesten door te piekeren over een toekomst die je niet wilt.

De gedachten-gang gebruik ik als ik sombere gevoelens heb, als ik moe of bang ben. Zo kan ik er, letterlijk, afstand van nemen en lijd ik minder onder het lijden dat ik vrees. Een fijne bijkomstigheid van de gedachten-gang is dat je altijd de deur kunt kiezen naar het heden, naar het ‘nu’.

Toen mijn zus heel ziek was en in quarantaine in het ziekenhuis was opgenomen hadden we het over gelukkig zijn. Ze vertelde me dat ze zich afvroeg of ze nu gelukkig was, ondanks haar zieke lichaam, de pijn en de onzekerheid. Ze noemde een hele lijst met dingen die ze fijn vond, haar kindje dat het zo goed deed, haar lieve man, lieve schoonmoeder, ouders, vrienden en familie, dat ze in Nederland woonde en toegang had tot goede zorg, dat dokter Vreugdenhil op haar pad gekomen was, dat ze tóch moeder was geworden en nog meer. Op dat moment werd het nut van de teruggaan naar het nu voor mij bevestigd. Dat zelfs als het nu niet goed met je gaat er altijd dingen zijn die fijner zijn dan wat achter de ‘wat-als-deur’ zit.

De gedachten-gang heeft vele deuren en achter elke deur schuilen gedachten, sommige helpen en andere niet.  En je kunt elke keer opnieuw deuren kiezen, jij bent de gang-maker.