Een goede vriendin zijn, een goede moeder, vrouw, tante, zus, dochter, mens, hardloper, klant en een goede zelf. Terwijl ik dit schrijf zit ik naast mijn jongens op een met limonadevlekken bedekte bank, terwijl zij televisie kijken.

Het lukt me vaak niet, om het allemaal te doen zoals ik denk dat het hoort. Gelukkig heb ik daar meestal geen last van maar nu ineens zit het me niet lekker.

In mijn vriendenkring is het de laatste tijd wat onrustig, er is laatst zelfs iemand afgehaakt om mijn vriendin te zijn. Wel eerlijk, wat ik waardeer, maar ik merk ook dat het iets met me heeft gedaan, het voelt onveilig dat mensen zomaar ineens kunnen afhaken. Nu snap ik wel dat wanneer je het haar vraagt zij waarschijnlijk goed kan uitleggen hoe en wat. Maar ze wil het er niet meer over hebben en dat respecteer ik ook al voelt het rot en onaf.

Waarschijnlijk is het een goede zaak dat het wat met me doet, want ongemak betekent groei, ook al voel ik me daardoor ineens onzeker op een vlak waar ik eerder juist nooit twijfel voelde over mezelf: het sociale vlak.

Eigenlijk wil ik heel graag een goede vriendin zijn. Voor anderen, maar ik wil ook eerlijk zijn tegen mezelf en dat lijkt soms te botsen.

Vriendschap is een beetje zoals winkelen. De één heeft een kledingzaak, een ander een schoenenzaak, weer een ander is gespecialiseerd in kaas en er zijn ook mensen die spijkers verkopen, of gaten, of beestjes. En iedereen is klant en gaat uit winkelen. Zo hebben we allemaal winkels waar we graag komen, om iets aan te schaffen, omdat je iets bijzonders wilt, of om iets te ruilen of gewoon om er even te zijn omdat het zo lekker voelt en te praten. En dat zijn onze vrienden, want wie houdt er niet van spijkers of kaas. Betalen dat doen we emotioneel, of met spullen, of met verhalen, dat verschilt per winkel dus per persoon. En het is ook belangrijk om te betalen zodat alles in balans blijft.

Maar soms leent iemand iets uit je winkel en noem jij het stelen, of komt iemand gewoon ineens een hele tijd niet in je winkel en dan denk jij dat ze je winkel niet meer leuk vinden. Ook kan het gebeuren dat je winkel ‘door omstandigheden gesloten is’, dan loeren ze door de brievenbus om te zien of je er stiekem toch bent en duwen er dan een lief kaartje achteraan.  En sommige mensen zijn ontzettend goed met hun etalage, bij hen blijf je net wat langer staan en kun je bijna niet anders dan even binnen gaan.

Als ik mijn winkel voor me zie dan denk ik vooral aan een grote, lichte ruimte die, als je beter kijkt, nog niet af is, waar draden uit het plafond hangen, waar in de etalage een paar lekkere stoelen staan waarin ik graag naar buiten kijk. Voor mensen die langslopen is het totaal onduidelijk wat ze hier kunnen komen halen. Maar àls ze binnenkomen, dan wordt het fijn. Dan praten we over van alles en nog wat, we lachen en misschien blijven we zelfs wel open tot na sluitingstijd, stiekem. Maar bij mij vind je geen kadootjes, of een uitgebreid kaasplankje, of een kaartenrek. Er staan alleen bloemen op tafel als iemand anders die daar heeft neergezet en de cactus is overleden aan uitdroging. Maar ik ben er wel en ik ben regelmatig open. Misschien niet elke dag, maar als ik open ben dan ben je van harte welkom. Binnen is het aangenaam, warm en licht. En diep in mijn hart ben ik daar heel gelukkig mee, het is echt mijn plek. De mensen die wél komen die zie ik graag, ik hou van hen en zij van mij. Hun winkels lijken soms zelfs een beetje op de mijne en daar lachen we dan om, want het is fijn als je herkenning en erkenning vindt. En ook mijn vriendin met de mooie etalage en de schitterende winkel, waar altijd iets klaarligt als je langs komt, iets lekkers of iets wat me mooi zal staan maar altijd een kop overheerlijke cappuccino, ook van haar houd ik net zoveel. Want juist door onze verschillen te accepteren kunnen we elkaar vinden, ook al knettert het soms. En dan delen we weer onze liefde voor vuurwerk én vooral voor het moment daarna: als de rook is opgetrokken dan zien we elkaar weer helder en gunnen we elkaar alle geluk.