Boos ben ik en ik voel dat ik op oorlogspad ben. Alles en iedereen die me nu voor mijn voeten loopt of iets doet wat me niet zint, krijgt de volle laag. En geloof me, daar zit geen woord Frans tussen. Dat het onredelijk is wat ik eis van mijn omgeving nu, dat weet ik, maar dat maakt het niet beter, sterker nog, deze gedachte maakt nog meer vuur in me los.

Mijn aardige, redelijke zelf is al dagen zoek, hoe hard ik ook probeer, ik word haar even niet. Nog meer frustratie, nog meer woede, nog meer tranen en zelfmedelijden.

Nou mag het? (stampt hard op de grond als een kleuter) Mag ik ook eens een keer onredelijk zijn? Ik ben ook maar een mens, met gevoelens en gedachten. En als ik een keer geen zin heb, dan mag dat! Dus. Behalve van mezelf, blijkt niet veel later deze ochtend.

Dus ging ik bloedprikken, want ondertussen weet ik dat deze gevoelens meestal duiden op iets schildkliertechnisch. En inderdaad, uit de bloedwaarden blijkt dat die niet zijn zoals het moet en dat ik me daarom zo voel. Volgende week zie ik de endocrinoloog, die weet vast aan welke knop te draaien zodat ik mezelf weer word.

Maar nu eerst vandaag. Er moet veel gebeuren. De jongetjes moeten eten, er is een Zoom-meeting van Jules met de hele klas en ik voel zoveel weerstand om de mail met uitleg op te sporen, de stoom komt al uit mijn oren bij het idee. Wat denken ze wel op school, ik ben toch geen juf? Ik zeg het hardop, tegen een boos hoofd dat mij aankijkt vanuit de spiegel. En tegelijk heb ik spijt, van mijn gevoel, mijn hoofd en mijn eindeloze stroom donkere gedachten.

Het is al bijna half tien en ik ben nog maar een half uur uit bed. Want ik ben moe, heel erg moe. Zo moe dat ik me ‘s morgens als ik wakker word nog net zo verrot voel als toen ik naar bed ging. Slapen wil ik, maar de nacht is echt voorbij. Elke nacht word ik een paar keer wakker, dan schrik ik op, mijn gedachten nemen een vaart. Over werk, familie, mijn gezin, de toekomst, het leed van de wereld. Mijn hart klopt als een bezetene en er is niets wat ik daaraan kan doen, behalve wachten. We hebben een mierenplaag in huis, dat heeft waarschijnlijk iets te maken met mijn schoonmaak-skills of in ieder geval met de frequentie. Zal ik opstaan en gaan dweilen? En dan realiseer ik me dat het de schildklier is die praat. Dat mijn gevoelens en gedachten wel echt zijn, maar dat ik er niet naar hoef te luisteren. Dan val ik weer in een slaap vol dromen.

Vanmorgen ontving ik van Anne-Lies van Bloei haar dagelijkse luisterboek. Ze vertelde over de kleur roze, van mag het een beetje zachter. Terwijl ik luister voel ik de spanning van mijn schouders glijden en mijn mondhoeken krullen even op. Lief zijn voor mezelf, even niet teveel vragen van mijn lijf. Dan huil ik, want ik wil zo graag. Meedoen, ook van betekenis zijn, iets doen.

Maar ik weet, nu niet meteen, want eerst heb ik iets anders te doen. Voor mezelf te zorgen, want op één sta ik zelf, first save yourself then your children. Zo staat het ook op de veiligheidsinstructie in het vliegtuig.  En dan kan ik voor mijn mannen zorgen, daarna komt de rest van de wereld.

Van betekenis zijn. Als ik mijn Macbook open klap zie ik een advertentie over een online opvoedcursus, in vijf dagen ga ik leren hoe ik van strijd naar fijn ga, ik meld me aan, wat nieuws leren kan nooit kwaad. Dan kijk ik naar mijn shirt, wit met roze sterretjes. Mag het een beetje zachter? Wat liever voor mezelf en de mensen dichtbij? Welke dingen kunnen wachten? Wat moet nu meteen? Even ademruimte, het is nu eenmaal even zo, verzetten maakt het alleen maar erger. Mijn to-do lijstje is nog steeds lang, maar ik hoef wat minder per dag zodat de kans toeneemt dat er wel dingen lukken. En zo ontstaan er tussen de donderwolken weer wat streepjes blauwe lucht.