‘Ben je bereid het werk te doen wat nodig is.’ Haar vraag slaat bij me in als bliksem. In een nanoseconde vallen er kwartjes, veel kwartjes. Eureka. Natuurlijk.
Al weken modder ik wat aan, voelt het alsof ik rondjes draai, wel beweeg maar steeds weer op dezelfde plek uitkom. Zoveel dat ik wil en zo weinig resultaat. Hele kleine stapjes vooruit en dan weer achteruit, het lijkt bijna een Foxtrot, van frustratie. Twee stappen vooruit, een stap naar rechts, twee stappen achteruit, draaien in de hoeken en dat keer op keer. Het schiet niet op en ik begreep niet waarom. Maar deze vraag blijkt de sleutel te zijn tot het antwoord.
De afgelopen tijd was ik druk bezig, met van alles en nog wat, allemaal belangrijke zaken. Maar het ontbrak me aan focus, ik ging alle kanten op.
Maar nu P., een vrouw die ik bewonder, als mens, als hardloopster, mij bevraagt, trekt de mist op. P. en ik delen de liefde voor het lopen, voor ons allebei geldt dat het onze levens radicaal heeft veranderd, ten goede. In haar herken ik die extra factor die hardlopen ons geeft: jezelf blijven verbazen, ook in het leven naast het hardlopen.

Hardlopen, een wereldmetafoor. Juist omdat dit woord associaties oproept met hard gaan, snelheid, vooruitgang, doorzetten, winnen, atletisch zijn, sportiviteit, de beste willen zijn en altijd recht op je doel af gaan. En precies dat, die aannames en nog meer, hebben me ongeveer vijfentwintig jaar weerhouden om te gaan lopen, beginnen bij het begin namelijk bewegen, stappen zetten, voetje voor voetje, letterlijk. Want dat is waar hardlopen voor mij over gaat, de weg afleggen naar de plek waar ik naar toe wil gaan. Vertrekken vanuit het nu, omdat ik de weg wil afleggen, uit nieuwsgierigheid. De eindbestemming is handig, het geeft me richting. Uiteindelijk, als ik er ben dan kijk ik achterom en zie de weg die ik maar mooi heb afgelegd. De eindbestemming zelf, daar ben ik kort. Want, zoals dat gaat met bestemmingen; het is pas een eindbestemming als je er dood gaat, niets meer gaat doen. Het mooie van het bereiken van een bestemming is dat het je inspireert tot nieuwe bestemmingen, nieuwe wegen om te verkennen, want je bent niet meer dezelfde als toen je vertrok. Je hebt nu ervaren hoe het is om dit pad af te leggen en dat leidt meestal tot nog meer nieuwsgierigheid: als ik dit kan, wat kan ik dan nog meer?

En zo inspireert het hardlopen me al vanaf de eerste dag. Mijn eerste loopje duurde precies twaalf minuten. Tijdens die twaalf minuten had ik miljoenen gedachten en gevoelens, maar het allerbelangrijkste gevoel was: ik kan dit, kijk nou joh, wow! Ik heb gehuild toen, omdat ik daar liep. Dat ik door deze simpele actie dat gevoel van euforie kon oproepen, dat inspireert mij nu nog steeds. En precies dat, wil ik overbrengen aan iedereen die nu nog is, waar ik toen begon: op de bank.

Mijn droom, mijn bestemming was lang, zonder dat ik het me realiseerde; het volbrengen van de Rotterdam marathon. Maar dat dit buiten mijn bereik was, daar twijfelde ik niet aan. Totdat ik die twaalf minuten liep, met pauzes ertussen, maximaal één minuut rennen aan een stuk. Want dat was de eerste kleine stap. Met hulp van internet en later echte mensen die de weg naar de marathon al vaak hadden afgelegd, ben ik op weg gegaan. Tot ik op een schitterende dag in april 2016 de Coolsingel oprende, de finish voor me zag, genoot van alle mensen langs de kant en finishte.
Kortom, het lukte me, omdat ik bereid geweest was het werk te doen wat nodig was.

En nu, zoveel jaren later, sta ik weer aan de rand van een park, in mijn hardlooppak. Klaar om de eerste twaalf minuten te volbrengen en alle tussenliggende stappen te nemen op weg naar mijn bestemming: andere bankzitters helpen om op te staan en zichzelf te verbazen, als mens, als hardloper. Want je kunt alles bereiken wat je wilt, als je maar bereid bent om het werk te doen wat nodig is.