‘Maar, ik wil nog zoveel.’ Een mix van dromen als in turen in de verte, ongemak en haast. De onbewuste overtuiging om recht te hebben op tijd, je eigen tijd en de frustratie dat dit een misverstand is. Het besef dat jouw tijd zomaar ineens op kan zijn, zonder aankondiging, zonder joker en zonder dat je er maar een greintje invloed op hebt. Dat, is levenshaast. Het gevoel dat je bedriegt waar je bij staat, dat je in beweging kan zetten om je vervolgens te laten struikelen.

Levenshaast, het is me overkomen met mijn ogen open. Terwijl ik dacht het ‘goed te doen ondanks de kanker’, bleek ik stiekem toch te zijn ingecheckt bij hotel angst. Angst voor de zinloosheid van het leven, want waarom zou je leven, als alles wat je doet ineens kan verdwijnen, samen met jou. Maar toch door, want het moet gebeuren vóór het te laat is. Daarbij, zou het zonde zijn als al je talenten onvermoed met jou, ten onder gaan.
Angst kent vele gedaanten, de meest overtuigende is precies die ene die het meest lijkt op liefde, als verlangen. Maar liefde is een bron van energie die nooit opraakt, terwijl alles wat je onderneemt uit angst je nooit oplevert waar je naar verlangt, dus ook geen energie.

Het aantal projecten dat ik begon de afgelopen jaren, met de allerbeste bedoelingen, maar waar er niet één een vaart nam zoals ik het had gehoopt, het zijn er een aantal. Maar waren de projecten dan zo verkeerd? Nee, helemaal niet en ook mijn intentie was oprecht. Maar ze konden simpelweg niet slagen als ik niet wilde inzien dat ze me overeind hielden, in plaats van dat ik ze in liefde liet groeien, vanuit levenslust. Overleven is niet hetzelfde als leven, een nalatenschap bouwen is niet hetzelfde als er één hebben en levenshaast is niet hetzelfde als levenslust.
Schrijven, hardlopen en anderen helpen, steeds weer liep ik tegen grenzen aan die ik niet erkende. En zo kwam het dat de onvermijdelijke klap toch nog kwam, er zit een limiet aan de tijd dat je voor een bus uit kunt rennen, de dag dat je eronder ligt komt, dat is niet te vermijden.

Het besef dat het zo niet langer door kon gaan kwam langzaam, zoals op zondag wakker worden. Het moment van nog net slapen en ontwaken. Ik probeerde de droom door te dromen. Maar ik me realiseerde me al dat ik droomde. En nu werd ik wakker zonder te weten hoe het verder ging. Van onbewust-onbekwaam naar bewust-onbekwaam, het beginnen van een volgende fase in het proces, met alle onzekerheid die hoort bij een nieuw begin, maar tegelijk ook alle inzichten die nu ineens voor mijn voeten vielen.

Kanker overleven voelt alsof er elke dag een leeuw achter je aanloopt die je wilt opeten, maar niemand anders dan jij ziet het beest. Weten dat het beest niet echt is, maar dat wel zou kunnen worden en het gevoel dat daarbij hoort. Bij het minste of geringste gaat bij mij de hele alarmcentrale af, rukken alle wagens uit en gaan de sprinklers aan. En dit wordt erger naarmate ik meer vermoeid ben. Wat het nog meer bizar en lastig maakt is dat er ook steeds vervelende dingen lijken te gebeuren, laatst belde ik bijvoorbeeld twee keer 112 in dezelfde week, voor mensen van wie ik hou. Beide keren liep het goed af, maar belde ik toch niet voor niets. Dat soort gebeurtenissen voeden de leeuw en het gevoel van ‘zie je nou wel’.

Gelukkig hoef ik dit proces van vallen en opstaan, dromen en waken, liefde en angst niet alleen te doorlopen maar heb ik ondertussen en groep wijze vrouwen om me heen verzameld. Als ik aan hen denk zie ik ze in een cirkel om me heen staan. Allemaal vertegenwoordigen ze een stuk van mij dat nu mag helen of dat mag groeien. Zij helpen mij de leeuw te zien voor wat hij is: angst die er mag zijn maar waar ik niet naar hoef te luisteren. Mijn levenshaast maakt langzaam plaats voor levenslust. En ook de vraag waarom ben je hier op aarde?’ plopt weer regelmatig op en dat doet me goed. Voor het eerst voel ik een antwoord dat ik niet meer weg wil stoppen, maar ook nog niet durf te delen. En dat is oké, eerst herstellen en dan kleine stappen richting deze grote droom.