Mijn buik voelt hard, alsof er een steen in zit, ter hoogte van mijn maag. Woede, razernij, onmacht zijn de woorden die bij me opkomen. Mijn hoofd en nek zijn gespannen, mijn vuisten zijn gebald, ik ontspan ze en leg ze op mijn stuur. Als ik invoeg op de A20 begint het te sneeuwen, grote vlokken suizen langs de auto. Rijk zit naast me, samen kijken we naar de grijs met witte wereld waar we doorheen zoeven.
Net als we van baan wisselen en achter een vrachtwagen aansluiten in een lange rij auto’s, begint een nieuw nummer op de radio. Het is Prince en hij zingt dat het soms sneeuwt in april. Het raakt me en voor ik het weet stromen er tranen over mijn wangen. Omdat het zo toevallig is dat ik dit lied hoor terwijl het sneeuwt in april, maar ook omdat het onheilspellend voelt. De steen in mijn maag is in een knoop veranderd. Zoon zet de radio zachter en even later neem ik de afslag naar Schiedam.
We zijn op weg naar de teststraat. Vandaag zal ik me voor het eerst laten testen op corona, geheel tegen mijn overtuiging en gevoel in. Maar, ik doe het voor Jules, zodat ik morgen met hem mee mag naar de tandarts, zodat hij niet in z’n uppie een behandeling hoeft te ondergaan die hij eng vindt. We volgen de gele borden op het troosteloze bedrijventerrein. We komen dichterbij en ik voel mijn weerstand groeien bij elke meter die we rijden. Bij het hek staat een vrouw met een mondkapje. Ze gebaart naar me, ik begrijp haar niet en open mijn raampje.
Of ik een mondkapje op wil zetten en dan door wil rijden. Eenmaal binnen ontvang ik een boterhamzakje met een buisje vloeistof. Mijn hart klopt in mijn keel, ik voel aan alles dat ik op oorlogspad ben, ik wil dit niet. Een jonge man neemt de test af. Hij steekt de stok diep in mijn keel, ik voel mijn maagzuur omhoogkomen. Na vijf keer is het nog steeds niet gelukt en dan ontplof ik, ik wil dit niet, echt niet. Alles is mij schreeuwt nee. De man vertelt me dat hij de test zo niet kan opsturen, ik wil hier niet zijn. Woedend rijd ik weg. Boos op de situatie, boos om de maatregelen en de regels waar ik niet aan wil meedoen of voldoen, woedend dat ik mijn taak als moeder enkel mag uitvoeren morgen, als ik mezelf met een wattenstok laat steken. Van nijd rijd ik verkeerd, via een omweg gaan we terug naar huis. Zoon vraagt of ik nog boos ben. Zeker ben ik dat, maar ik ben vooral teleurgesteld dat het niet is gelukt om mijzelf weg te cijferen omdat mijn zoon mij nodig heeft.
Eenmaal bij huis sneeuwt het opnieuw. Grote vlokken dwarrelen naar beneden. Man belt, hij weet wat we kunnen besteden aan ons nieuwe huis op de Veluwe. Niet het bedrag waar ik op hoopte, we zullen werk moeten vinden, als in een baan met een contract, voor een baas. Opnieuw voel ik het vuur in me oplaaien. Alweer regels, opgelegd door bange mensen. Mensen die angst laten regeren, dichtgetimmerde constructies die gebaseerd zijn op oude mechanismen en schijnveiligheid. Alweer iets wat ik niet wil. Ademen, blijven ademen. Terug naar nu, ik zit in een auto, samen met mijn zoon, terwijl het buiten stormt en sneeuwt. Maar wij zitten binnen, samen, warm en droog.
Vandaag had ik ruzie met de dingen, zoals Ronald Goedemondt dat zo mooi zegt. Een gevecht niet met de stofzuiger deze keer, maar met een onzichtbare vijand. Corona heeft mij persoonlijk niet geraakt, maar de angst van anderen voor corona, die komt zo nu en dan toch binnen. Hoe is het mogelijk dat een zware griep, die voor zoveel mensen niet meer is dan een weekje in bed, zoveel impact heeft op de wereld om mijn heen? Waarom laten we ons maatregelen opleggen die nauwelijks effect hebben op het indammen van de ziekte zelf, maar wel een enorm effect hebben op ons innerlijke welzijn. Waarom betrekken we nu ook onze kinderen hierbij?
De antwoorden heb ik niet, ik voel slechts de verwondering en vandaag heb ik me laten meesleuren door mijn emoties. Maar, ik kan er ook weer mee stoppen. Ik hoef mijn leven niet te laten regeren door een angst die de mijne niet is, in mijn wereld is ruimte voor gezond verstand, voor ziekte, voor genezing, voor vertrouwen en ook voor de moed om te falen. Want van falen kun je leren. Zou Mark Rutte dat geleerd hebben? Dat je best terug mag komen op iets dat je met volle overtuiging hebt gedaan, maar waarvan later blijkt dat het toch niet het resultaat gaf waar je op hoopte? ‘Sorry’, dat is een mooi woord. Het spijt me, vergeef me, ik hou van je. Dat laatste zeg ik tegen mezelf en mijn gezin. Omdat ik niet perfect ben en ook omdat het me niet altijd lukt om het beste te doen. Maar ik doe wel mijn best en mijn intenties zijn zuiver.
Morgen is morgen. Samen met de tandarts hebben we een oplossing bedacht zodat ik er toch bij kan zijn en mijn jongen niet alleen de behandeling hoeft te ondergaan. Meestal is er meer dan één oplossing, zo zie je maar.
Hey lieve Marije, even geleden. Ik lees je stuk toch n beetje dubbel. Ik begrijp je maar ik denk ook aan de impact die de Corona kan hebben.
Lieve Rieky! Zeker, klopt, ik we moeten de gevolgen van corona zelf ook niet onderschatten. Iedereen is belangrijk <3 liefs!